
Ongeplande rustdag voor Mammoet Rallysport

Martin van den Brink had het van tevoren gezegd: "Het is een nieuwe auto, niet te vroeg juichen." Al in de eerste etappe van de OiLibya Rally du Maroc kreeg hij gelijk. Ondanks 2000 testkilometers bleek dat de achterwielaandrijving van de Renault niet in orde is. Met de voorwielen over de top van een duin, kom je er dan niet meer vanaf.
Van den Brink was net in een spectaculair duel verwikkeld met Peter van den Bosch in de duinen bij Merzouga. Waar het tijdens het testen eerder in de week nog probleemloos ging, kwam Van den Brink tot zijn verrassing niet over een duin. "Dat vond ik raar. Ik stond bovenop een duin, met de voorwielen over de top en ik kwam niet verder. Achteraf gezien geen wonder, want er was iets mis met de achteras, waardoor we zonder achterwielaandrijving reden."
Mammoet Rallysport klaar voor stevige test

Al vier dagen hebben Martin van den Brink en Pascal de Baar hun nieuwe truck fors aan de tand gevoeld in het zand en op de stenen in Marokko. Geen krimp gaf de Renault. Het team denkt daarom klaar te zijn voor de OiLibya Rally du Maroc, waarin de auto nog verder getest wordt.
Nog nooit heeft Van den Brink zo veel gereden voor de Dakar. En hij is nog lang niet klaar. Zaterdag is de eerste van vijf dagen rally, waarin nog eens bijna 2000 kilometer op het menu staat. "Als we over een week klaar zijn, hebben we er een halve Dakar op zitten", rekende Van den Brink uit. "Dan moeten we wel ongeveer weten wat de truck kan en waar we nog aan moeten werken."
Van den Brink bij Van Ginkel tot helikopter

Bij een crash in de zesde etappe van de Libya Rally heeft Alex van Ginkel zijn schouderblad gebroken. De klassementsleider bij de motoren werd per helikopter naar het ziekenhuis gebracht en maakt het goed. Hij zal morgen bij de finish van de rally zijn. De nummers 2, 3 en 4 van de dag ervoor – Kim de Rycker, Giovanni Stigliano en Martin van den Brink – werkten nauw samen om de hulpverlening op gang te krijgen in het gebied zonder mobiel bereik en bleven bij Van Ginkel tot die in de helikopter lag.
De etappe van Icht naar Tan-Tan ging over een route met veel en grote keien. De vier voorste motorrijders reden niet ver uit elkaar op een gedeelte, na de tankstop, waar enorm veel stenen lagen. “Dan ga je langzamer rijden”, vertelde Martin van den Brink, “maar dat is juist niet handig. Ik ben zelf drie keer gevallen omdat ik te langzaam reed. Dan ben je niet scherp en tikt zo het voorwiel weg op een steen. Dat is bij Alex ook gebeurd: hij reed helemaal niet hard. Hij is gewoon ongelukkig terecht gekomen, met zijn schouder op een steen.”
Motor over de finish geduwd

Martin van den Brink had gedacht wel even naar de finish te rijden op de laatste dag van de Libya Rally. Die vlieger ging niet op. Van den Brink kreeg 20 kilometer voor de finish te maken met een vastgelopen motor. “Ik had net Giovanni Stigliano ingehaald en dacht zelfs de etappe te kunnen winnen. Niet dus.”
Van den Brink werd op sleeptouw genomen door Guido Slaats, de winnaar bij de quads, aan wie hij zijn vierde plaats in het klassement verloor. “Guido heeft me gesleept, maar ik viel steeds in het mulle zand. Weer wat geleerd: dichter bij het water is het zand veel harder. Dus ik heb de motor door dat mulle zand naar de waterlijn geduwd en gesjord. Daarna heeft Marcel van Wort me nog een eind gesleept, maar het laatste stukje was weer zo mul dat ik de motor letterlijk de streep over moest duwen. Ik heb weer aardig lopen zweten.”
Uitstekende vierde plaats ondanks ‘heftig dagje’

Martin van den Brink leverde in de vijfde etappe van de Libya Rally een uitstekende prestatie door als vierde motorrijder te finishen. Dat resultaat had hij te danken aan goede navigatie en scherp opletten in een deel met veel keien, waar een paar andere motorrijders fouten maakten die tot valpartijen leidden.
Zelf maakte Van den Brink ook een flinke klapper, waar hij wel last van had, maar die geen grote gevolgen had. “Ik heb geprobeerd het tempo constant te houden”, vertelde Van den Brink in het bivak bij Icht, in het zuiden van Marokko. “Dat lukte heel aardig, maar ik maakte daarbij de fout om te ver vooruit te kijken. Na de duinen was er een vlakte van een paar kilometer, die achteraf ook nog een soort duin bleek te zijn, die ineens een meter of drie, vier naar beneden ging. Ik ging nog van het gas af, maar kon geen kant op. Ik ben het gat in gesprongen en kwam op de wielen neer. De motor sloeg vol in de vering. Tja, ik weeg 90 kilo, dus die klap moest op een of andere manier worden opgevangen. Ik voelde mijn rug zo ongeveer knakken bij de landing en sloeg met mijn helm op de navigatie-apparatuur voorop de motor. Dat heb ik de rest van de dag wel gevoeld, hoor. Op de laatste 100 kilometer – verbinding over de weg – wist ik niet meer hoe ik moest zitten, dus ik was heel blij dat ik in het bivak was en mijn rust kon pakken.”






























